GERT - ALLES IS NOG NIET VERLOREN

Artiest info
Website
facebook
 

 


Wie deze kolommen wel eens vaker frequenteert, weet inmiddels wel dat we hier een serieuze boon hebben voor Gert, zowat de laatste der Mohikanen in het Vlaamse land der protestzangers. De man noemt zichzelf “Gert Kleinpunk” en die naam zegt zowat alles over de stijl waarin Gert zijn protestliederen verpakt: een mix van kleinkunst (de teksten) en punk (de melodieën), gespeeld op een redelijk folky instrumentarium van gitaar, vas, cajon, accordeon en banjo. De kompanen die hem op dat redelijk anarchistische pad begeleiden, zijn ook al een tijdje dezelfde, Erik Heyns, Yorick Musschoot en Ezra Dessers krijgen deze keer wat extra ondersteuning op een zestal van de achttien nummers, die deze nieuwe plaat rijk is. Xavier Ruth kan je kennen van het muziekmagazine Dark Entries en van de plaat “Winterstille”, Frans van Hamersveld zat ooit samen met Ezra Dessers in de band Clochard die ons toch een drietal leuke platen naliet, terwijl Corentin en Tijl Lippert ooit (of misschien nog?) samen met Yoricks Musschoot in het kierewiete collecties “Sunny After Moon” zat.

Deze bende kun je rustig het zingende geweten van Leuven en omstreken noemen en het belang van figuren als Gert en zijn muzikanten valt op geen enkele manier te overschatten. Zij zijn de kanaries in de mijn van de afgestompte en oppervlakkige maatschappij waarin we ons, lemming-gewijs 365 dagen per jaar voortbewegen, terend op automatismen waarvan we zelf niet eens meer weten wie ze op ons heeft overgebracht en lopend achter vlaggen, die in al hun tweekleurigheid vooral bijzonder misleidend zijn.
De pen van Gert was ook deze keer weer goed geslepen, zo blijkt: titels als “Solidariteit”, “Volbloed Kapitalist” “Pollitie = Pollutie” en” Crisis Betalen” spreken nogal voor zichzelf. Ongelijkheid en onrechtvaardigheid, veroorzaakt door onze keuze voor vrije markt en kapitalisme moeten blijven aangeklaagd worden, net als de manier waarop we met z’n alle bezig zijn de planeet; waarop we zelf én onze nazaten moeten leven, naar de knoppen te helpen of dit van zichzelf al kleine landje nog verder op te splitsen, zoals gezongen wordt in het heerlijke “Tous ensemble nondedju”.

Ook de bekrompen omgang met wat we gemeenzaan “drugs” noemen -maar waarbij de gemaks-halve die dingen vergeten, die de zwaarste taksen opleveren, zoals alcohol en tabak, komt aan bod: de roes mag, maar de verslaving moet je vermijden, omdat die je afhankelijk maakt, zie “Recht op roes” en ”Gestopt met Alcohol”. Een minder aandachtige lezer zou kunnen concluderen dat Gert en de zijnen fundamenteel zwartgallig zijn, maar niks is minder waar: dit is een heel leuke bende optimisten, die probeert de medemens een spiegel voor te houden, maar die zelf de glimlach niet verliest, ls het allemaal even niet meezit. Ik zei en schreef het al vaker en ik zal het blijven herhalen: er is meer dan ooit nood aan artiesten als Gert en aan de fijne liedjes die hij schrijft!

(Dani Heyvaert)